Geschiedenis en eigenschappen


De Groninger Blaarkop


De officiële benaming van dit stamboek-ras is Groninger Blaarkop. Zoals deze naam al aangeeft, werd dit ras voornamelijk in de provincie Groningen gehouden.

De Groninger Blaarkop, al beschreven in de veertiende eeuw, is egaal rood of zwart en te herkennen aan een witte kop en een witte staartpunt. Rondom de ogen hebben de Blaarkoppen zwarte of rode ‘’blaren’’. Deze zijn verbonden met de hals (vaste blaren), of ze komen uitsluitend rond de ogen voor (losse blaren). De onderkant van de buik is eveneens wit, oplopend tot de hals. De benen zijn liefst gekleurd met witte sokken tot de kogels.


In de provincie Groningen bestond aan het begin van de 20e eeuw de veestapel voor negentig procent uit Blaarkoppen. Behalve in Groningen fokte men Blaarkoppen in Zuid-Holland rondom Leiden en de Rijnstreek van Utrecht. Het was toen het grootste en zwaarste rundvee van Nederland.

De Blaarkop is van oorsprong een dubbeldoel koe van het vlees-melktype (60%-40%). Blaarkoppen zijn dus gefokt met iets meer nadruk op de vleesaanzet dan op melkproductie

De Blaarkop produceert gezonde melk met een bovengemiddeld percentage meervoudig onverzadigde vetzuren.


De Blaarkop produceert zowel kwantitatief als ook kwalitatief prima vlees.

Slagers gingen vroeger op de markt vaak eerst op zoek naar goede blaarkoppen, want die heeft mooi mals en iets gemarmerd vlees, maar bij het slachten blijft er ook meer van over omdat het skelet lichter is.

Blaarkop koeien zijn zelfredzaam en hoeven nauwelijks bijgevoerd te worden. Omdat het sterke oerdieren zijn die niet snel ziek worden, hebben ze geen preventieve antibiotica nodig. Het is bovendien een van de weinige rassen die het goed doen in natte natuurgebieden.


Voor veel mensen is de Blaarkop de mooiste koe van Nederland. Vanwege de specifieke vlekken rond de ogen (de ‘blaren’), de witte kop, buik, staartpunt en ‘sokken’ wordt de zwarte of rode Blaarkop ook wel ‘koe in jacquet’ genoemd. De Blaarkop komt hier al eeuwenlang voor. Bijna dreigde dit karakteristieke koeienras uit het Hollandse landschap te verdwijnen.


Het is een zwaar dier met een stevig beenwerk, wat kwalitatief goed en mals vlees oplevert. De Blaarkop wordt echter niet alleen vanwege deze eigenschappen geroemd, maar ook omdat het vlees is “gemarmerd”: het is met vet dooraderd, wat een zeer verfijnde smaak geeft. Blaarkop vlees is gezonder dan ander rundvlees. Blaarkoppen bezitten een oergen waardoor ze een hoge natuurlijke weerstand hebben. Ze hebben geen antibiotica nodig. Bovendien bevat het vlees een hoog vitamine B12 gehalte en veel mineralen.

Een blaarkopkoe meet ongeveer 138 cm schofthoogte en weegt rond de 600 kg. De stieren zijn gemiddeld 148 cm hoog en wegen 800 kg.